Carmen V

Vivamus mea Lesbia

Vivamus mea Lesbia, atque amemus,
rumoresque senum severiorum
omnes unius aestimemus assis!
Soles occidere et redire possunt:
nobis cum semel occidit brevis lux,
nox est perpetua una dormienda.
Da mi basia mille, deinde centum,
dein mille altera, dein secunda centum,
deinde usque altera mille, deinde centum.
Dein, cum milia multa fecerimus
conturbabimus illa, ne sciamus,
aut ne quis malus invidere possit,
cum tantum sciat esse basiorum.

Laat ons leven

Laat ons leven, Lesbia mijn, en minnen,
en al dat gevit van die ouwe heren :
we trekken er ons gewoon geen zier van aan!
Na elke dag komt met de zon weer een nieuwe,
maar eens ons kort levenslicht is uitgedoofd,
slapen we één enkele, oneindige nacht.
Geef me duizend kussen en nog eens honderd,
geef me er nog eens duizend en nog eens honderd,
en aan één stuk door duizend, daarna honderd.
En na vele duizenden kusjes,
raken we in de war: kwijt zijn we de tel
en geen nijdas die het ons misgunt,
mocht hij al de som van onze kussen kennen.